Ruth 1:13

ABZouden jullie daarop wachten, tot ze volwassen zijn geworden, zouden jullie daarop wachten, om geen man te nemen? Nee, mijn dochters! want het is voor mij veel bitterder dan voor jullie, want tegen mij heeft zich uitgestrekt de hand van de HEER."
SVZoudt gij daarnaar wachten, totdat zij zouden groot geworden zijn; zoudt gij daarnaar opgehouden worden, om geen man te nemen? Niet, mijn dochters! Want het is mij veel bitterder dan u; maar de hand des HEEREN is tegen mij uitgegaan.
WLCהֲלָהֵ֣ן ׀ תְּשַׂבֵּ֗רְנָה עַ֚ד אֲשֶׁ֣ר יִגְדָּ֔לוּ הֲלָהֵן֙ תֵּֽעָגֵ֔נָה לְבִלְתִּ֖י הֱיֹ֣ות לְאִ֑ישׁ אַ֣ל בְּנֹתַ֗י כִּֽי־מַר־לִ֤י מְאֹד֙ מִכֶּ֔ם כִּֽי־יָצְאָ֥ה בִ֖י יַד־יְהוָֽה׃
Trans.hălâēn təśabērənâ ‘aḏ ’ăšer yiḡədālû hălâēn tē‘āḡēnâ ləḇilətî hĕywōṯ lə’îš ’al bənōṯay kî-mar-lî mə’ōḏ mikem kî-yāṣə’â ḇî yaḏ-JHWH:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel)

Aantekeningen

Zoudt gij daarnaar wachten, totdat zij zouden groot geworden zijn; zoudt gij daarnaar opgehouden worden, om geen man te nemen? Niet, mijn dochters! Want het is mij veel bitterder dan u; maar de hand des HEEREN is tegen mij uitgegaan.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

הֲ

-

לָהֵ֣ן׀

Zoudt gij daarnaar

תְּשַׂבֵּ֗רְנָה

wachten

עַ֚ד

totdat

אֲשֶׁ֣ר

-

יִגְדָּ֔לוּ

zij zouden groot geworden zijn

הֲ

-

לָהֵן֙

zoudt gij daarnaar

תֵּֽעָגֵ֔נָה

opgehouden worden

לְ

-

בִלְתִּ֖י

om geen

הֱי֣וֹת

te nemen

לְ

-

אִ֑ישׁ

man

אַ֣ל

Niet

בְּנֹתַ֗י

mijn dochters

כִּֽי־

Want

מַר־

bitterder

לִ֤י

-

מְאֹד֙

het is mij veel

מִ

-

כֶּ֔ם

dan

כִּֽי־

u; maar

יָצְאָ֥ה

is tegen mij uitgegaan

בִ֖י

-

יַד־

de hand

יְהוָֽה

des HEEREN


Zoudt gij daarnaar wachten, totdat zij zouden groot geworden zijn; zoudt gij daarnaar opgehouden worden, om geen man te nemen? Niet, mijn dochters! Want het is mij veel bitterder dan u; maar de hand des HEEREN is tegen mij uitgegaan.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!